Restanten/Ruïnes goudsmeleterij - Een onderdeel van Aruba's geschiedenis Vuurtoren - California Lighthouse

TUI: Retourticket Aruba
vanaf Euro 499,-

excl. € 15,- boekingskosten
en € 2,50 Calamiteitenfonds

Geschiedenis van Aruba

Vóór de komst van Columbus en de daaropvolgende Europese ontdekkingsreizigers die de Caribische eilanden in kaart hebben gebracht, werd Aruba bewoond door verscheidene subgroepen van de Amerindische Arawaks. Heden hebben archeologische vondsten in het noorden en noordwesten van Aruba bevestigd dat de indianen een sterke cultuur waren op het eiland. We kunnen hun nalatenschap bestaande uit grot tekeningen en petroglyphs vandaag den dag dan ook aanschouwen in de grotten langs de noordelijke oevers, maar ook artefacten en plaatsnamen kunnen worden teruggezien, zoals Bushiri, Turibana en Guadirikiri (waarschijnlijk namen van belangrijke stam).

Laat in de 15e eeuw

verkende de Spaanse ontdekkingsreiziger Alonso de Ojeda Venezuela en de nabijgelegen eilanden van het Caribisch gebied. Hij heeft de "ontdekking" van Aruba in 1499 op zijn naam staan, hoewel er geen concreet bewijs is dat hij op het eiland is geweest. Desalniettemin was het eiland al snel onder zware Spaanse invloed. De Spanjaarden, zoals in het gehele Caribisch gebied, begonnen het proces van de slavernij en religieuze bekering. Zij bouwden boederijen op Aruba en gebruikte het grotere buureiland Curaçao als administratief centrum voor hun heerschappij in de onmiddellijke omgeving.

De Tachtig Jarige Oorlog

tussen de Nederlandse en Spanje, en hun bondgenoten, eindigde in 1636, en de Spanjaarden deden afstand van de eilanden Aruba, Bonaire en Curaçao en vanaf toen regeerde Nederland deze eilanden onder het Nederlands West-Indische Compagnie (WIC). Over een periode van ongeveer 100 jaar zag men een toename van de handel in het gebied, evenals een wisseling van macht. Aruba was als gevolg van de oorlog onder Napoleon een onderdeel van Groot-Brittannië geworden van 1805 tot 1816, maar vervolgens teruggebracht onder Nederlands macht in 1816. Sinddien vormt het eiland onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden.

De 19de eeuw

was een tijd van grote onrust in Zuid-Amerika in het algemeen en Venezuela in het bijzonder. Opstanden in dat land verjoeg duizenden vluchtelingen, waarvan veel naar Aruba en Curaçao. Goudwinning op het eiland begon serieus op te komen na 1824 en bleef een sterke industrie tot het begin van de 20e eeuw, toen er zoveel grondstoffen voor de eerste wereld oorlog nodig waren, dat de mijn volledig uitgeput raakte. Goud, samen met de export van Aloe (op een gegeven moment produceerde Aruba 70% van de aloe-productie wereldwijd), creerde een stabiele en welvarende economie op Aruba.

Niet lang daarna, in 1924, kwam er een waardevollere grondstof voor in de plaats, het zwarte goud - olie. Aruba werd de thuishaven van een van 's werelds grootste raffinaderijen. De kracht van de economische opleving die volgde, maakte San Nicolas een groot commercieel centrum en de tweede grootste stad op Aruba. Tot op de dag van vandaag zijn de twee belangrijkste industrieën voor Aruba olie en toerisme, en toen de raffinaderij werd gesloten in 1985 werd het toerisme in bijzonder belangrijk. Zelfs nadat de olieraffinage weer werd hervat in 1991, weer stilgelegd in juli 2009 en opnieuw opgestart begin januari 2011, bleef het eiland investeren in de toeristische ontwikkeling, en nieuwe projecten worden nog altijd aangemoedigd en uitgevoerd.

Meer informatie en achtergronden over de geschiedenis van Aruba kunt u vinden op de Nederlandstalige website: www.historiadiaruba.aw